Oktober is traditioneel geen feestmaand op de financiële markten, maar dit jaar had het veel weg van een requiem voor de zwartgallige medemens. November luidde de wederopstanding in. De markten veerden sterk op en illustreerden met verve hun manisch-depressieve toestand. Oorzaken voor de gemoedsomslag waren er bij de vleet. Laten we beginnen bij de toespraken van de voorzitters van de centrale banken in Europa en de VS. Deze waren opvallend gemilderd qua toon na enkele meevallende inflatiecijfers. Indien dit feestje een vervolg krijgt, dan verwachten we dat aan menige feestdis de rundstong voor kreeft zal ingeruild worden. Met stijgingen van 8,9% voor de S&P500, 10,7% voor de Nasdaq en 7,91% voor de Eurostoxx 50 diende november enkel de duimen te leggen voor januari om als beste maand van dit jaar te worden bestempeld.
De aanhoudende desinflatie zorgde bovendien voor de nodige rentedalingen. Een daling van de Amerikaanse rente op 10 jaar van 4,92% naar 4,33% is vrij extreem. Een waarschuwing is hier op zijn plaats, want de centrale banken zullen niet toelaten dat de rente te snel daalt. Niet reageren zou immers hun werk te niet doen. Dit toont aan dat de markt op dit moment door de centrale banken wordt geleid. Gaat de beurs door het dak, dan slaat men. Duwen beleggers te hard op de remmen, dan zalft men.
Toegegeven, we worden ook geholpen door een dalende olieprijs waarvan de prijs met 6% op maandbasis vermagerde. Voor velen een teken aan de wand dat de economie daadwerkelijk aan het vertragen is. Kijken we echter naar de koperprijs (dat door zijn vele toepassingen een industriële barometer is), dan zien we een prijsstijging op maandbasis van 4,35%. Het duidt er op dat een ‘zachte landing van de economie’ meer en meer een reële optie wordt. Dit, gecombineerd met desinflatie, ‘goldilock-scenario’. Zover gaan wij echter niet. De stoofpot van economische cijfers zal waarschijnlijk niet zo mals geserveerd worden als gehoopt. Tijdelijke opstoten van inflatie zijn zeker mogelijk en in combinatie met strenge toespraken van de centrale banken kan het vlees de nodige pezen bevatten. Verder wordt het opletten geblazen met de OPEC die alles in het werk stelt om de olieprijzen de lucht in te jagen.
Toch zijn ook wij optimistisch gestemd voor het komende jaar. 2023 heeft nog een maandje te gaan, maar toch kunnen we al de balans opmaken voor dit jaar. We hopen dat 2024 in staat zal zijn de bittere nasmaak van 2023 te verjagen. Ook al zullen heel wat indices tegen het jaareinde in groen territorium vertoeven, het blijft frappant om te zien hoe de ogenschijnlijk sterke prestaties geleid worden door een handjevol technologie- en financiële bedrijven. Op papier lijkt alles goed, maar door het grote aandeel van enkele technologiebedrijven worden heel wat indices scheefgetrokken. Onverwachte wendingen niet te na gesproken, zullen ongeveer de helft van de bedrijven die de S&P500 uitmaken dit jaar een koersdaling moeten verwerken. Een ideale biotoop voor de gemakzuchtige indexknuffelaars. Activistische beheerders (die hun eigen klemtonen wensen te leggen en niet zomaar een index repliceren) hopen daarentegen op een breder gedragen positieve omgeving. En laat dat nu net onze nieuwjaarswens zijn!