Knaldrang, één van de meest gehypete woorden van de laatste jaren, was duidelijk van toepassing op de start van het nieuwe beursjaar. Verschillende indices knalden in januari 10% hoger. Dalende inflatiecijfers (dankzij afkoelende olie- en gasprijzen) en toespraken van welgemutste centrale bankiers vormden een smakelijke cocktail die het beleggerslegioen in een euforische roes bracht.
We zeiden in ons vorige schrijfsel dat je deze resultaten niet zomaar mag extrapoleren voor de rest van het jaar en ziedaar, auteur dezes mag zich de eretitel ‘Nostradamus van den Aldi’ op de borst spellen. De roes van de cocktail is uitgewerkt, want de beren in de markt (waaronder enkele strategen uit grote Amerikaanse beurshuizen en een groepje minder welgemutste centrale bankiers) hebben de zwaartekrachtknop ingedrukt. Februari is momenteel een negatieve maand wat aandelenreturns betreft, maar geen nood. Deze afkoeling is normaal.
De grote ontnuchtering volgde op de publicatie van het Amerikaanse werkgelegenheidsrapport over januari. Deze toonde een veel grotere stijging in de werkgelegenheid dan aanvankelijk gedacht. ‘Hoera, alles gaat goed!’ denk je dan. Vergeet het maar, want het betekent dat bedrijven nog steeds investeren en dus ook de inflatiecijfers ondersteunen.
Hogere rentes en een oververhitte arbeidsmarkt: gaat dit wel samen? Normaliter niet voor lang. Een hogere rente doet twijfel in de hoofden van de bevolking en de bedrijven ontstaan. Een recessie wordt gecreëerd door argwaan, een psychologische kristallisatie van slecht nieuws waar we ons als de welbekende hondjes van Pavlov naar gedragen. Misschien duurt het ditmaal iets langer, want de bedrijfsresultaten toonden aan dat verschillende technologiegiganten zoals Meta, Microsoft en Google het mes in het personeelsbestand zullen plaatsen. We vermoeden dan ook dat zij de voorbode zullen zijn van een afkoeling van de arbeidsmarkt gedurende de tweede helft van dit jaar. Niet enkel in de VS, maar ook hier in Europa.
En toch valt er over heel wat van die ontslagrondes wel wat te zeggen. Wanneer een bedrijf aankondigt dat het duizenden mensen op straat zet, dan zien we vaak dat de koers van het aandeel begint te stijgen. Hoe lager de personeelsfactuur, hoe hoger de marges eindigen. Althans, zo redeneren heel wat marktwaarnemers. We wensen hier toch enkele kanttekeningen bij te plaatsen. Indien er financiële noden zijn, blijven vaak weinig andere opties over om afscheid te nemen van een deel van de medewerkers. Ook wanneer een bedrijf te log is en kreunt onder een bureaucratie die amper de duimen moet leggen voor die van een overheidsbedrijf, dan lijkt ook ons dat gerechtvaardigd. Jammer genoeg lijkt het vaak om korte termijnbeslissingen te gaan. De technologiegiganten zitten momenteel in een groeivertraging, maar hebben onder de vorm van artificiële intelligentie een nieuwe groeipool gevonden. Bovendien verzuipen de meeste van deze spelers in de opgebouwde cashflows. Waarom dan zoveel kosten maken om deze mensen buiten te gooien om ze tijdens de volgende economische heropleving (die al na één jaar een feit kan zijn) opnieuw aan te trekken? Bovendien gaat het in dit voorbeeld vaak om moeilijk te vinden profielen. Antwoord: de markt kijkt nog te vaak op korte termijn en in de hogere managementcenakels wil men dit gedrag maar al te vaak bevestigen om de volgende bonus binnen te kunnen rijven. Vergeet ook niet dat economisten en analisten overdonderd willen worden door cijfers om accuratere voorspellingen te kunnen maken. Het gros van de beursgenoteerde bedrijven levert om de drie maanden netjes hun kwartaalrapport af en probeert die zoveel mogelijk op te smukken om neerwaartse koersschokken te vermijden. Er wordt geleefd en gehandeld van kwartaal- tot kwartaalrapport.
Vrij pervers, maar de financiële markten zijn nu éénmaal niet de biotoop waar de meest teerhartige zieltjes de beste dagen van hun leven kunnen slijten.
Een te goed rapport en dit bevestigde de vrees van heel wat marktwaarnemers. Het maakt er de taak van de Federal Reserve niet makkelijker op: zij willen enkele maanden van dalende inflatie zien en een verdere verhitting van de arbeidsmarkt valt niet onder die definitie. Een bijkomende factor die niet helpt is de geleidelijke heropening van de Chinese economie na de doortocht van orkaan ‘Corona’. Deze heropening kan de komende maanden zorgen voor hogere grondstoffenprijzen. Uiteindelijk wil de markt het ideale scenario: afkoelend inflatiecijfer, glimlachende centrale bankiers en… een zachte landing van de economie. De twijfel of dit scenario werkelijkheid wordt, zal een groot deel van 2023 beheersen en voor de nodige volatiliteit zorgen. Laat u hierdoor niet afleiden. De middellange tot lange termijn telt.
Het gros van de bedrijfsresultaten over het laatste kwartaal van 2022 werden gepubliceerd en die tonen een bevredigend resultaat. De vooruitzichten tonen evenwel de nodige voorzichtigheid uit onzekerheid hoe de kosteninflatie op de marges zal inhakken. We zullen zien hoe heet de soep zal gegeten worden… .
Matthias Vandezande.