De beurzen hebben er een uitstekend eerste kwartaal opzitten met stijgingen van 10,15% voor de Amerikaanse S&P 500. Eens te meer bleek Europa de achterhoede te vormen, met een stijging die beperkt bleef tot 6,5% over dezelfde periode. Als graadmeter kozen we hier voor de Euro Stoxx 600, wegens beter vergelijkbaar met de S&P500. Eens te meer wordt het spagaat in waardering tussen de VS en Europa groter. Intussen noteert de S&P500 aan een koers/winstverhouding van 29 ten opzichte van 16 voor Europa. Dit is een premie van maar liefst 80%. Een deel wordt verklaard door het feit dat de VS meer hoogtechnologische bedrijven bezit die momenteel bijzonder gegeerd zijn.

Daarnaast heeft de VS een stevige aandelencultuur die ook vanuit het beleid gestimuleerd wordt. In Europa worden aandelen stiefmoederlijk behandeld en in het slechtste geval met de nodige argwaan bekeken. Daarnaast is er ook een economische oorzaak. Als we de zakencyclus van beide regio’s vergelijken, dan zien we dat de VS economisch meer veerkracht bezit en sneller uit een recessie en/of groeivertraging weet te ontsnappen, terwijl de Eurozone zich er langer in lijkt te nestelen. Economen wijzen vaak met een beschuldigende vinger naar de overdreven starheid van onze arbeidsmarkt (lees: te veel regeltjes door de sterke impact van de vakbonden). Dit klopt zeker, maar het fundament van het probleem lijkt ons inziens nog wat dieper te liggen. Europa, een continent dat eeuwenlang door oorlogen werd geteisterd en waar de verschillen tussen de naties nog steeds een stuk groter zijn dan die tussen de verschillende staten aan de andere kant van de Atlantische Oceaan. Staten beconcurreren elkaar. Bedrijven spelen landen tegen elkaar uit, terwijl die laatsten sociale vrede afkopen met subsidies. Het drukt ons met de neus op de interne weeffouten binnen het Europese systeem. Zo dreigde Nederlands trots, chipbedrijf ASML, uit te breiden richting Frankrijk of Duitsland want in eigen land vond men amper hooggeschoolde medewerkers. Met één pennentrek verweet de topman van het concern Nederlandse politici ‘vadsig en dom’ te zijn. Het eindresultaat: koop de onrust af met een subsidie van 1,7 miljard euro en lanceer het onder operatie ‘Beethoven’. Dat die componist doof was, heeft de uiteindelijke bedenker van het plan waarschijnlijk over het hoofd gezien.

Pogingen om meer eenheid te brengen tussen de Europese staten wekken weerstand op. Niet omwille van de eenheid, maar omwille van de middelen om die tot stand te brengen: via een buikloop aan extra regels die de complexiteit om te ondernemen doen stijgen. Onder het mom van meer eenheid lijkt men vooral ‘meer eenheidsworst’ te creëren en dreigt de les die we uit de Eurocrisis dienden te trekken, ondergesneeuwd te raken. Die les is dat eenheidsworst dodelijk is, dat je niet zomaar de economieën uit het zuiden en noorden van Europa tot een globale paté kan mixen.

Met de Europese verkiezingen van juni in het vizier, stijgt de nervositeit van de Europese leiders omdat het politieke landschap wel eens grondig hertekend kan worden en Europese besluitvorming nog moeilijker kan worden in de toekomst. Voorstanders van meer integratie zullen extra zetels verliezen ten opzichte van partijen die een protectionistische, kleinschaliger visie op de economie prefereren.

Intussen dreigt Duitsland, de motor van de Europese autoproductie, zware averij op te lopen indien het er niet in slaagt om zijn productiekosten op elektrische wagens drastisch te verlagen. Het is dan ook flauw dat Europa China concurrentievervalsing verwijt omwille van de vele subsidies die deze oosterse reus verleent aan bedrijven die elektrische wagens produceren. Misschien is ’t goed om even in eigen hart te kijken. ASML is lang niet de enige multinational die fluitend miljarden aan overheidsgeld opstrijkt… .

Wij helpen je graag verder

Neem vandaag nog contact met ons op.