Misschien leidt het acroniem PIGS tot een diepe zoektocht in de krochten van het eigen geheugen, maar deze weinig flatterende benaming voor ‘Portugal, Italië, Griekenland en Spanje’ werd in 2010 uitgevonden. Griekenland lag toen onder vuur voor zijn frauduleuze staatsboekhouding. Als een virus verspreidde het wantrouwen zich: landen met een relatief hoge staatsschuld gecombineerd met grote begrotingstekorten, kwamen in het vizier van de financiële markten. Griekenland werd als schuldige martelaar aan de boeien van het IMF geklonken en de andere -vooral Zuid-Europese- landen dienden de financiële markten te sussen om al te hoge kosten bij de herfinanciering van hun schuldenberg te ontwijken. Enkele hervormingen werden doorgevoerd en het probleem ging uiteindelijk liggen. Sinds tien jaar bevindt de markt zich weer in rustiger vaarwater. Maar vergis u niet: de kern van het probleem -een cocktail van hoge staatsschuld, grote begrotingstekorten, verschillende fiscale systemen, rigide kerktorenmentaliteit en versmachtende bureaucratie- ligt als magma klaar om opnieuw tot een uitbarsting te komen. De kern van het probleem lijkt zich nu richting het noorden te verschuiven. Richting Frankrijk en België.

En net in juni leek die magma zich eventjes te roeren, ook al lijkt het nog niet tot een uitbarsting te komen. Aanleiding was de barslechte uitslag van de zittende Franse president Macron bij de Europese verkiezing en hieraan gekoppeld de grote overwinning van diens radicaal-rechtse antagonist Rassemblement National (RN). Als ultieme wanhoopsdaad om én zijn ego te masseren én de opgang van het RN te stoppen, deed Macron besluiten om nieuwe parlementsverkiezingen uit te schrijven. De markten waren er niet gerust op. Het radicaal-rechtse RN presenteerde zich aan de kiezer met een economisch programma waarbij het al grote begrotingsdeficit verder zou oplopen. RN zou immers van plan zijn om hogere bancaire taksen op te leggen, belastingen te verlagen en her en der nationalisaties door te drukken (Engie en de tolwegen die uitgebaat worden door Vinci en Eiffage). Prompt begon de stressbarometer -hier uitgedrukt als het verschil in de tienjarige rente tussen Duitsland en Frankrijk- te stijgen. Beleggers vroegen meer rente om Frans staatspapier aan te houden en de CAC40 daalde in de week erna met iets meer dan 6%. Nochtans bestaat de CAC40 vooral uit grote, internationale bedrijven. Kijken we enkel naar de small- en mid-caps binnen Frankrijk dan zagen we een daling van maar liefst 11,2% op 1 maand tijd! Die grotere daling komt in deze niet uit de lucht vallen, want kleinere bedrijven realiseren vaak een groter deel van hun winst en omzet in eigen land.

Op 30 juni hield men de eerste ronde van de vervroegde parlementaire verkiezingen en hier behaalde het RN 33%. 1,5% beter dan de uitslag van de Europese verkiezingen en dit ondanks een historisch hoge opkomst. Het merendeel van de linkse tot radicaal-linkse partijen trok in coalitie naar de kiezer en behaalde met 28 % een comfortabele tweede plaats. Burgerlijk rechts (Macron’s Renaissance en les Républicains) deden het opvallend minder goed.

In de pers sprak men van een overwinning voor RN, maar de financiële markten zagen dit even anders. De Franse beurs steeg de dag erna bij opening net geen 3%. In de marktenzalen ging men er van uit dat RN bijzonder moeilijk aan een meerderheid zou raken tijdens de tweede ronde op 7 juli. Immers, alle partijen spraken af om de derde kandidaat in de tweede ronde te laten vallen en voluit te gaan voor de tweede kandidaat met de bedoeling front te vormen tegen het RN. In vele gevallen rest de kiezer bij deze strategie enkel nog de keuze tussen de (radicaal)-linkse alliantie en het RN. Een gevaarlijk beeld voor de financiële markten, want laat het nu net deze (radicaal)-linkse alliantie zijn die staat te springen om een ratatouille van nationalisaties en hogere belastingen door te duwen. Wat RN betreft, twijfelen we sterk of ze deze economische agenda echt zou doorduwen. Dergelijke partijen gebruiken het economische luik van hun programma vooral voor de etalage, want hun kernthema’s liggen elders. Bovendien wil de hoofdaandeelhoudster van het RN, Marine Le Pen, er alles aan doen om op een goed blaadje te staan bij de Italiaanse premier van dezelfde strekking, Meloni. Experimenten als nationalisaties zijn dan helemaal uit den boze. Geleidelijk aan rijpte het besef in de hoofden dat een ‘cohabitation’ tussen Macron en (radicaal)-links eveneens zal leiden tot stilstand en achteruitgang. De markt begon stoom te verliezen.
Frankrijk zal sowieso verzwakt uit deze onberekende gok van Macron komen. Samen met een verzwakt economisch Duitsland denken we dat Europa een nog meer onzekere periode tegemoet zal gaan.

De Euro Stoxx 50 wist de meubelen nog enigszins te redden door de koersdaling in juni te beperken tot 1,8%. Dit in schril contrast met onze buren aan de andere kant van de plas waar de S&P500 en de Nasdaq 100 met respectievelijk 3,5% en 6,2% aan waarde won. Ondanks de sterkere economische groei binnen de VS wordt de waarderingskloof tussen de Europese en Amerikaanse markt opnieuw een stuk groter. Nochtans doet niet gans Europa het slecht, want -o ironie- de PIGS van vroeger presteren momenteel opmerkelijk beter.
Indien de Franse beurs nog wat van zijn pluimen verliest, vallen her en der zaken te doen. De meeste bedrijven binnen de CAC40 opereren op een (semi)-mondiale basis. Bovendien leidde het ganse debacle tot een verzwakking van de euro met 1,1 % ten opzichte van de Amerikaanse dollar. Een verder verzwakkende euro kan de export een duwtje in de rug geven en enig tegengewicht bieden aan de politieke weltschmerz.

Wij helpen je graag verder

Neem vandaag nog contact met ons op.